Bretagne Noord 2021
14 oktober 2021 - Saint-Malo, Frankrijk
Het is een tijdje geleden dat Stephan en ik nog een reisje hebben gemaakt , Covid liet dit echter niet toe. We vertrekken donderdagochtend 14 oktober richting Rouen . We Stoppen nabij Pont L Eveque om iets te eten . Dit moet wel want we willen vooral niet teveel kilometers aan een stuk doen engenieten van de streek.
We komen aan in het hotel Mercure de Jeruzal in Dinan. Het is één van de mooiste hotels uit de streek die aan de jachthaven ligt.
De stad ligt op een plateau boven de rivier de Rance en zeer dicht bij het begin van de steeds breder wordende riviermond van de Rance.
Omsingeld door bijna drie kilometer stadswallen torent Dinan met haar kasteel uit de 14e eeuw trots boven de Rance uit. Beneden ligt het jachthaventje, het vertrekpunt van een mooie wandeling langs de trechtermonding, boven zie je de huizen met erkers die aan deze stad haar middeleeuwse cachet geven. Een echte aanrader.
We laten ons onderdompelen in de sfeer van de middeleeuwen terwijl we door de steile Rue du Jerzual wandelen. De vakwerkhuizen met puntgevels weerspiegelen het rijke verleden van de stad. Vanaf de 14e tot en met de 18e eeuw was de stad een gekrioel van wevers en leerlooiers. je moet deze straat gezien hebben als je in Dinan bent. Hier kun je heerlijk slenteren en wegdromen voor de boetiekateliers van de glasblazers en vergulders die zich hier hebben gevestigd! Een stevige kuitenbijter die straat Jeruzal en een sterke langzame afdaling .
Het bezoek gaat door op de Place des Cordeliers et des Merciers. Hier zie je hoe de stijlen in elkaar samenvloeien. De vakwerkhuizen uit de 15e, 16e en 17e eeuw staan dicht bij elkaar en zijn kenmerkend voor Dinan. Vlakbij vind je de basiliek Saint-Sauveur, gebouwd in de 12e eeuw, een mix van Byzantijnse, Perzische en Romeinse invloeden. Dit asymmetrische monument is nooit afgemaakt.
De volgende dag nemen we de fiets om naar Dinard te rijden . Maar houden we eens stil in een klein dorpje Taden . Wij houden van de stijl van deze gebouwen, het lijkt wel of je terug gekatapulteerd wordt naar het verleden.
Er is maar één uitgestippelde route , de groene lijn op de kaart toont welke weg we moeten nemen, dit wil zeggen dat we langs diezelfde fietsroute terug moeten keren , we hebben er 56 km op zitten. In Frankrijk bestaan er geen fietslussen zoals we in België kennen of je moet het risico nemen om niet verdwaald te geraken.
Met haar mooie villa’s uit de Franse Belle Epoque. Aan de Côte d’Emeraude (Smaragdkust) is deze badplaats nog steeds een chic oord vol charme, vanwaar je een bijzonder uitzicht hebt op de Rance en Saint-Malo. Maak ook zeker een uitstapje naar de nabijgelegen badplaatsen Saint-Lunaire en Saint-Briac is een must.
De promenade “Du Clair de Lune”, langs mediterraan aandoende tuinen, loopt van het strand van de Prieuré tot aan de punt van de Moulinet en nodigt uit tot een ontspannen wandeling. Via het Douanepad kun je langs zee naar de rustigere badplaatsen Saint-Lunaire en Saint-Briac wandelen. Ik loop op het strand tot aan het water en ben er bijna helemaal alleen . Stephan is druk bezig met alles te filmen. Wat is het uitzicht prachtig en dan kun je eens stilstaan wat Moeder Aarde ons te bieden heeft en wij mogen dit allemaal aanschouwen . Eens stilstaan bij de dingen die belangrijk zijn in het leven.
Zaterdag rijden we richting Saint Malo ..maar eerst stoppen we aan de rechteroever van de Rance .
Het is nog vroeg en de mist lijkt het wel iets mysterieus te hebben, boten liggen vast in het slib
We stoppen nog eens in het vissersdorpje Saint Sulliac . We parkeren de auto op de Mont de Garrot . We fietsen naar beneden in het stadje waar we enkele prachtige Bretoense huisjes zien.
Verder komen we aan in Saint Malo waar we de fiets nemen om gemakkelijk de stad binnen te rijden
Saint-Malo is een prachtige havenstad .De stad heeft een rijke geschiedenis en moest meerdere malen opnieuw opgebouwd worden. De laatste keer gebeurde dat na de Tweede Wereldoorlog. Om de stad te beschermen tegen aanvallen vanuit de zee, werd een muur gebouwd. Nu nog is deze versterkte vesting van 1.8 km om de oude stad aanwezig. Het is een aaneenschakeling van bastions en wachttorentjes. Een wandeling over de muur is een echte belevenis. Je krijgt er niet alleen een mooi uitzicht over de oude stad maar ook over de haven, de stranden, de grillige rotsformaties en aan de overkant van de monding van de rivier de Rance zie je Dinard.
Zondagochtend en we rijden eerst naar Mont Dol dicht bij Dol -de- Bretagne . Een wijds uitzicht op de baai van de Mont St Michel. Door het prachtige weer zien we zowel Cancalle als de Mont St Michel liggen .
Vervolgens rijden we richting Epiniac om een Menhir du champ Dollent te bezoeken
Een reusachtige Steen van 9.5m hoog en 8.7 meter omtrek.
Onze fietstocht trekt verder naar het fabelachtige Chateau de Fougeres.
De ingang van het kasteel bestaat uit 3 torens. In het midden staat de vierkante toren die dateert van de 12de eeuw . De basse_cour de grootste ruimte is de plaats waar zich in tijden van vrede het dagelijkse leven afspeelt. Woongebouwen ,werkplaatsen en een kapel dit zijn de verschillende bouwwerken die je kunt aanschouwen.
Mijn knieprothese wordt zwaar op de proef gesteld , we maken een stadswandeling die volledig uitgestippeld is . We trotseren de vele trappen die ons leiden naar de tuinen en langs de vele kleurrijke vakwerkhuizen.
Maandag 18 Oktober , het weer is iets minder dan de voorbije dagen. Maar voor oktober is dit waarschijnlijk uitzonderlijk wat we al aangeboden hebben gekregen . Van 17 tot 23 graden.
We rijden vandaag naar de zee , maar eerst stoppen we om een foto te nemen La joufente.
Wat verder komen we aan het strand St Lunaire , we zijn er opnieuw helemaal alleen . Aan de zee ligt een hoop mosselen op een rots .
De volgende stop is de Pointe du Découllé , waar een granieten kruis staat aan het eind van de landtong.
Vervolgens komen we aan bij de Pointe La Garde . Hier maken we een wandeling op de rots .
Ondertussen wordt het donker en als eindpunt houden we halt bij Cape Fréhel . Cap Fréhel is een landtong aan de Smaragdkust in noordoost Bretagne. Het is het meest noordelijke punt van het rotsachtige voorgebergte tussen de steden Saint-Malo en Saint-Brieuc.
De kaap, die bijna 8,5 km van de dorpskern van Fréhel afligt en 4 km van Plévenon, is tot beschermd natuurgebied verklaard en staat bekend om zijn steile rotswanden en als broedplaatsgebied van talrijke vogelsoorten. De rotswanden, met een hoogte van 70 meter, bestaan uit rode zandsteen, zwarte leisteen en roodachtige granietstenen. De grasvelden die tussen en langs de rotswanden lopen, maken deel uit van een 300 ha groot heidelandschap. Lopen op de granietstenen vergt behendigheid en evenwicht, met het gevaar om tussen de rotsspleten te vallen. De ruwe bovenlaag van de steen zorgt voor een soort antislip. Vooral bij hoog water kolkt, rommelt en dreunt het zeewater tussen en onder de stenen.
Dinsdag , de laatste dag en we vertrekken vroeg in de ochtend naar de Mont Saint-Michel.
De Mont Saint-Michel is niet alleen een wereldberoemde toeristische trekpleister, het is ook een belangrijk en eeuwenoud bedevaartsoord. De gebouwen op de rotsige punt in het water zijn in verschillende perioden gebouw maar vormen toch een indrukwekkend geheel. De Mont Saint-Michel is niet voor niets sinds 1979 Unesco-werelderfgoed.
Weeral is er weinig volk , maar zo krijgen we een unieke kans om mooie plaatjes te maken. De vele trappen brengen je tot bij de torens en we krijgen een schitterend zicht over de baai.
De baai van de Mont en de sterkste getijden in Europa: de baai heeft de sterkste getijdenverschillen van Europa. Bij hoog tij komt de zee – over een afstand van 25 km – op als een golf van een halve meter hoog, bijna als een paard in galop. Dit natuurlijk fenomeen bracht wetenschappers en openbare diensten ertoe diverse plekken uit te roepen tot beschermd natuurgebied, zoals het vogelreservaat van het eiland Tombelaine. Om zelf te zien hoe bijzonder de Mont en de baai zijn, kunt u meedoen aan verschillende ontdekkingstochten: De tocht “In de voetsporen van de vroegere bedevaarders” neemt u mee op de weg die middeleeuwse bedevaarders naar de Mont namen. Zij kwamen samen uit de richting van Genêts en bereikten de abdij door bij laag water de zandbank over te steken (, 6 km of 12 km heen en terug. Duur heen en terug: 4 uur met een stop van 1 uur op de Mont
De keuze om de fietsen mee te nemen op reis was een goed idee, zeker als je zoveel wilt gaan bezoeken op een korte termijn.
Nog 580 km om nu rustig naar huis terug te rijden . Wij hebben genoten van deze korte vakantie , we konden het niet beter treffen met dit mooie weer .
Er wasis weinig volk op de been , en de Covid pas werd overal gevraagd en de mondmasker nog steeds verplicht bij het binnentreden van de restaurants of cafés .Van deze lekkere gerechtjes hebben wij genoten tijdens onze reis.
Altijd goed om de foto's van anderen te kunnen zien.
Geniet er van !!!
M&F